Historiek | ||||||
De LEO XIII-school ontstond in 1985 uit de fusie van twee scholen die naast elkaar lagen :
- de meisjesschool MARIA IMMACULATA , gesticht in 1880,
gelegen Leo XIII-straat 11 - de jongensschool Sint-JAN BERCHMANS, gesticht in 1929,
gelegen Leo XIII-straat 13
De Leo XIII-straat was genoemd naar paus Leo XIII - paus van 1878 tot 1903.
Paus Leo XIII schreef vele encyclieken,
waarvan Rerum Novarum (Over nieuwe dingen) uit 1891 de bekendste is.
Bij de fusie in 1985 ontstond de LEO XIII-school, Leo XIII-straat 11.
Het nummer 13 werd vanaf dan ingenomen door de Franse school : école Saint Nicolas.
Vanaf 1 september 1985 wordt een volwaardige school aangeboden met kinderdagverblijf, kleuterschool en een lagere school met zes afzonderlijke leerjaren.
De vrije basisscholen van Laken, Haren en Neder-Over-Heembeek groepeerden zich met ingang van 1 september 1982 onder eenzelfde inrichtende macht met de benaming : Vzw Katholiek Onderwijs brussel-Noord, afgekort KOBN.
Momenteel maakt de school tevens deel uit van de scholengemeenschap BruNo die zes scholen omvat.
In 1985 fusioneerden in Neder-Over-Heembeek de jongensschool met de meisjesschool.
Door het samensmelten van Sint-Jan Berchmans en Maria Immaculata ontstond de nieuwe school : Leo XIII.
De opeenvolgende directeurs van Leo XIII zijn :
André Callens - Lea Cleymans - Albert Verborgh - Sieglinde Baeyens.
1 - André Callens
was al leraar in het eerste leerjaar van de Sint-Jan Berchmansschool ( de jongensschool ), en vervolgens directeur van die school toen in 1985 uit de fusie met de meisjesschool LEO XIII ontstond.
Hij werd de eerste directeur van Leo XIII. De klassen van de school waren toen nog verdeeld over 2 gebouwen aan de Leo XIII-straat : het nummer 11 en het nummer 13.
In 1987, twee jaar na de fusie, verhuisden alle klassen naar het nummer 11.
Het nummer 13 werd aan de Franse school, école Saint-Nicolas, overgelaten.
Op 8 oktober 1988 overleed meneer Callens op 51-jarige leeftijd.
2 - Lea Cleymans
werd aangesteld als directeur van de Leo XIII-school op 8 oktober 1988.
Na haar studies begon ze meteen vanaf september 1961 les te geven aan de Immaculata school ( de meisjesschool ) als leerkracht van het eerste en tweede leerjaar.
Vanaf september 1962 was ze uitsluitend leerkracht van het eerste leerjaar tot oktober 1988 wanneer ze André Callens opvolgde.
Ze bleef directeur tot 1997 toen ze met pensioen ging.
Op 28 april 2020 overleed mevrouw Cleymans op 78-jarige leeftijd.
3 - Albert Verborgh
was gedurende twee jaar leraar vijfde en zesde leerjaar in Schaarbeek.
Vervolgens had hij drie jaar het derde leerjaar en elf jaar het zesde leerjaar in de Sint-Jozefsschool in Wemmel.
Na tien jaar directeur in Virgo Fidelis te Vilvoorde volgde hij Lea Cleymans op vanaf 1 september 1997.
Hij was twaalf jaar directeur in Leo XIII.
In die periode groeide de school van 4 naar 7 kleuterklassen en van 9 naar 12 klassen in de lagere school.
Door het heengaan van de zusters op 1 april 2004 werd de erfpacht van de school uitgebreid met het klooster dat leeg kwam te staan.
Hierdoor kreeg de school de mogelijkheid om een bureau, een secretariaat en bijkomende klaslokalen in te richten.
Hij was 58 jaar toen hij op 31 augustus 2009 de fakkel overdroeg.
4 - Sieglinde Baeyens
was al negen jaar directeur in de scholengemeenschap BruNo toen zij op 1 september 2009 directeur werd van Leo XIII.
Onder haar impuls werden de gebouwen langs de Leo XIII-straat grondig verbouwd.
De binnen- en de buitenspeelplaats werden bijzonder kindvriendelijk ingericht.
Langs de Leo XIII-straat realiseerde zij bovendien een uitzonderlijk project : een blotevoetenpad , uniek in Brussel.
Op 7 juni 1980 vierde Neder-Over-Heembeek 100 jaar Katholiek, Vlaams Onderwijs in Heembeek.
Naar aanleiding van deze feestviering schreef zuster Andrea De Coninck, op dat moment directeur van de school, de historiek van het Maria Immaculata-instituut.
Honderd jaar Maria Immaculata nodigt uit om even terug te blikken in de geschiedenis.
Hier, zoals op vele andere plaatsen, ligt de "ongelukswet" van 1879 - die het onderwijs en de opvoeding in christelijke geest praktisch uitroeide - aan de basis van de stichting, alhoewel de Parochiale school te Neder-Over-Heembeek slechts gesticht werd op 1 juli 1880.
De weledele familie de Beughem, de toenmalige bewoners van het kasteel " Meudon ", schonk gulhartig een stuk grond en bouwde het klooster en twee klassen. Zij zagen het als hun plicht om aldus de christelijke opvoeding te beschermen en te bevorderen.
De Heer de Beughem zou ook jaarlijks het levensonderhoud van de Zusters op zich nemen, alsmede de onkosten van de prijsuitdelingen op het einde van het schooljaar.
De toenmalige pastoor, Eerwaarde Pater Bongaerts, en zijn kapelaan, Eerwaarde Pater Stoops, allebei Norbertijnen van Grimbergen, verzamelden links en rechts het nodige bij elkaar om school en klooster te bemeubelen.
Het was ook Pater Bongaerts die naar Vorselaar trok om Zusters te vragen voor de nieuwe school.
Het was slechts na lang aandringen dat hem 3 Zusters werden toegezegd; de Congregatie had het immers moeilijk, daar er in 1879 zes nieuwe scholen werden gesticht.
Op 1 juli 1880 kwamen Moeder Bertilia, Zuster Pelagie en Zuster Febronie als stichteressen te Heembeek aan.
Ze werden in het station van Haren afgehaald door Juffrouw Marie Coomans. Groot was de geestdrift bij de bevolking.
Er werden 80 leerlingen ingeschreven, over twee klassen verdeeld : één voor jongens en één voor meisjes.
Het aantal kinderen groeide aan en er was vraag om ook een bewaarschool op te richten.
Het was de meid van de Meneer Pastoor, Juffrouw Maria Van Aarde, een vondelinge, die op haar kosten een bewaarklas liet bouwen langs de straatkant.
Weldra was ook deze klas te klein en de erfgenaam der edele familie de Peneranda de Franchimont-de Beughem nam volgaarne de last op zich een nieuwe Bewaarschool te bouwen, met zitplaatsen in amfitheater.
In 1884 werd de Wet op het Lager Onderwijs herzien en deze van 1879 afgeschaft.
De scholen, tot dan toe ondersteund door de bijzondere en openbare liefdadigheid, werden in "aangenomen", "gemeentelijke" of "gesubsidieerde" scholen ingedeeld.
De toenmalige gemeenteraad van Neder-Over-Heembeek was echter zeer stug en wilde van geen "aanneming" van de bestaande Zustersschool weten.
De Heer de Penaranda wilde de gemeenteraad dwingen de onderwijzeressen te betalen en gebood de tijdelijke sluiting van de school.
De bevolking was de Zusters zeer genegen en beloofde hulp en bijstand opdat de Zusters toch maar zouden blijven.
Na deze opschortingsperiode konden enkel betalende leerlingen aanvaard worden, daar aan de school alle andere inkomsten ontzegd werden.
In 1885 werd Moeder Bertilia vervangen door Moeder SIdonie die zich bleef inzetten om de school te doen erkennen in samenwerking met Eerwaarde Heer Vennekens, die ondertussen Pastoor Bongaerts was opgevolgd.
Na vele onderhandelingen slaagden ze in hun opzet.
Op 27 december 1890 werd Moeder Sidonie vervangen door Moeder Aloïsia die een grote populariteit verwierf en hier werkte tot 1924.
Het was onder haar bestuur dat in 1895 een huiskapel werd ingezegend en andere merkelijke veranderingen werden aangebracht aan woonhuis en school.
In 1901 telde de school 4 lagere klassen en 2 bewaar-klassen. De Congregatie kocht een stuk grond aan, waarop 4 klassen werden gebouwd in 1906. Door de wet van mei 1914 werd het onderwijs verplicht tot 14 jaar : de vierde graad kwam tot stand.
Tijdens de oorlog, in het jaar 1918, teisterde een besmettelijke ziekte de bevolking en de zwaarste zieken werden afgezonderd. Samen met 2 verpleegsters werden 3 Zusters gevraagd om dag en nacht in te staan voor de zieken. Deze hulp duurde ruim anderhalve maand. Ook werd in de school een ambulantiedienst opgericht om, indien nodig, gekwetste soldaten op te vangen.
Neder-Over-Heembeek werd in 1921 aan de stad Brussel toegevoegd. Het statuut van "aangenomen school" bleef echter bewaard tot 1 oktober 1929, datum waarop het werd opgeheven. Gedurende deze periode was de school de énige katholieke school aangenomen door de Stad Brussel.
Na die datum verzaakte het Stadsbestuur aan zijn engagementen en de school werd dan "aanneembaar".
In 1923 werd nogmaals een stuk tuin bijgekocht evenals in 1927. Er werd bijgebouwd in 1925 en 1927. In datzelfde jaar werd ook een kinderkribbe ingericht.
(Speelplaats gelegen langs de straatkant. Tussen de 2 muren lag de Kloosterweg, later de Leo XIII-straat genoemd.)
Beroepsleergang voor linnennaaisters en kleermaaksters,opening 1923.
De jaren 1937-39 waren gekenmerkt door grote verbouwingen:
- de oorspronkelijke klassen van 1880 werden vervangen door 2 lokalen met verdieping. Ze waren bestemd voor de Beroepsschool.
- de lagere school werd over heel de linie met één verdieping verhoogd.
Moeder Alexandra hier werkzaam van 1909 tot 1942 dienen we hier speciaal te vermelden.
Tot 1941 zaten de franssprekende en nederlandssprekende kinderen samen in de klas en het onderwijs was toen tweetalig.
Vanaf 1 september 1941 werden de twee taalgroepen gesplitst en ontving elkeen onderricht in de eigen taal.
Op dat ogenblik telde de school:
-3 nederlandstalige en 1 franstalige kleuterklas
-4 nederlandstalige en 2 franstalige lagere klassen + 2 nederlandstalige vierdegraadsklassen.
In 1946 werd de kinderkribbe opgeheven en het vrijgekomen lokaal werd als turnzaal ingericht.
Met het oog op een eventuele rechtstreekse toegang tot de Frans Vekemansstraat werden in 1947 twee woningen aangekocht die aan de kloostertuin paalden.
Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de school, dat gevierd werd op 18 september 1955, werd de centrale verwarming aangebracht in de gebouwen. Grootse feestelijkheden, door een uitgebreid Comité op touw gezet, hielpen deze werken voor ruim een derde financieren.
Van een "feestgeschenk" gesproken!
1959 was een merkwaardig jaar: de school nam een ongewone uitbreiding.
Door het "Brabants Thuis" werd er in de nieuwe wijk "Mariëndaal" een reeks huizen gebouwd bijna uitsluitend bewoond door kinderrijke gezinnen.
De Heren J. De Rons en J. Knops vonden het noodzakelijk in de buurt een wijkschool op te richten om een inplantingspunt te voorzien voor het katholiek onderwijs en de parochie. De parochie bezat immers in de buurt een passend perceel grond.
Ze maakten de nodige afspraken met Vorselaar voor de bouwwerken en de school kwam er.
Op 1 december 1959 kon men er starten met een 1° graad en een kleuterklas en op 1 januari 1960 eveneens met een franstalige 1° graad en dito kleuterklas.
De klassen waren goed bevolkt. De paviljoenen waren in een groene zone: werkelijk een "droom in de stad".
Deze wijk, met haar groot aantal kinderrijke gezinnen, heeft gedurende een lange periode het leerlingenaantal verzekerd, zowel in wijk- als in hoofdschool.
Het bleef er echt niet bij. De Heren J. De Rons en J. Knops gingen weer eens aankloppen te Vorselaar met een nieuw project voor een tweede wijkschool, deze keer op grond van het Katholiek Schoolcomité van Brussel, gelegen tussen de Donderberg en de Beyzegemstraat. Ook dáár moest er contact gezocht worden met heel veel inwijkelingen in een stadsgedeelte in volle expansie.
Hier bouwde de Congregatie 4 kleuterklassen, twee voor elke taalrol. Rondom deze wijkschool ontstond al vlug een kleine kern van mensen die zich niet alleen zouden inzetten voor de school zelf, maar ook een kleine parochiale kring zouden vormen vol dynamisme.
Rondom de school hebben verscheidene ouders zich edelmoedig ingezet om een juweeltje van een tuin aan te leggen.
Na de oorlog kenden de beroepsscholen voor meisjes een bloeiperiode die echter niet van lange duur zou zijn.
Het leerplan was immer te beperkt om achteraf veel toekomstmogelijkheden in het beroepsleven te garanderen. Ook onze school had met moeilijkheden te kampen voor het behoud van het vereiste leerlingen-aantal. Daarom werd in 1969 beslist deze afdeling van de school op te heffen, wat door heel wat ouders betreurd werd.
Na nauwelijks tien jaar activiteit moest de Congregatie ook de wijkschool Mariëndaal sluiten en slopen, omwille van de urbanisatieplannen in deze wijk. Dit gebeurde in 1969. Het was méér dan een school "sluiten", daar er zeer veel nuttige contacten tussen de pas ingeweken gezinnen en de schoolgemeenschap verloren gingen.
Vanaf het schooljaar 1969-1970 zorgde de minibus voor het vervoer van de leerlingen.
Op vraag van de franssprekende parochiegemeenschap doet de Inrichtende Macht Vorselaar afstand van de franse afdeling in 1971. Deze wordt gefusioneerd met de franse parochiale jongensschool om een gloednieuwe gemengde school te vormen onder de naam " Ecole Saint Nicolas ".
De nieuwe school blijft echter een aantal klaslokalen gebruiken, doch hangt pedagogisch niet meer af van de Inrichtende Macht Vorselaar.
Als compensatie voor de wet "la liberté du père de famille" worden door de drie onderwijsnetten - Vrij Katholiek, Gemeente en Staat - overal in Brussel inplantingspunten vastgelegd voor peutertuinen, teneinde het nederlandstalig onderwijs te bevorderen.
Ingaande op de uitnodiging van de diensten van het N.S.K.O van de Guimardstraat werd door de Inrichtende Macht Vorselaar beslist op 1 oktober 1971 te starten met een peutertuin die in 1973 omgeschakeld werd tot kinderkribbe met een capaciteit van 30 bedden.
Deze omschakeling gebeurde op aanvraag van verscheidene werkende moeders die graag hun kindje vanaf de eerste maanden zagen toevertrouwd aan een inrichting aan een school verbonden, waarvan de weldoende opvoedende sfeer hen overbekend was.
Ook voor de school zou dit meer toekomst bieden.
In de wijk Donderberg heeft de wijkschool moeilijkheden om elk jaar opnieuw een voldoende aantal nederlandstalige kleuters te vinden teneinde de twee klassen in stand te houden. Tegelijkertijd worstelt Assumpta ( Mutsaard ) met het nijpend probleem van een tekort aan lokalen wegens de grote expansie van het secundair onderwijs. Dit deed de Inrichtende Macht Vorselaar tot een reorganisatie besluiten.
Vanaf 1 september 1975 werd de wijkschool Donderberg gehecht aan Assumpta om er hun kleuterschool in te planten. Voor Neder-Over-Heembeek betekent dit een wijk die volledig afgesneden wordt voor de school. Ook voor de parochie valt die beslissing minder gunstig uit.
In de periode tussen 1965 en 1980 werden door de Congregatie grote bedragen gespendeerd om de schoolgebouwen te herstellen en te onderhouden : nieuw dak op de lagere school, bouwen van een sanitaire inrichting, de buitenschildering, gedeeltelijk vervangen van de ramen, en zo meer.
Wegens de uitbreiding van de peutertuin tot kinderkribbe bleek algauw dat de ruimte te klein was. Daarom werd aan de N.C.C. Brussel het verzoek gericht opgenomen te worden in het vestigingsplan van de Nederlandstalige kinderdagverblijven opdat we de nodige subsidies zouden bekomen om tot verbouwingswer-ken over te gaan.
Op 23 april 1975 werd de vraag om opname goedgekeurd en de capaciteit van 46 bedden vastgelegd. Aan de uitvoering van de werken kon men echter pas beginnen in augustus 1979.
Alles laat veronderstellen dat we de nieuwe lokalen in gebruik zullen kunnen nemen in het najaar 1980. Het zal een droom van een kribbe worden.
Het oudercomité is reeds enkele jaren actief betrokken bij het leven van de schoolgemeenschap. In februari 1980 steken veel vaders de handen uit de mouwen om het "speelplaatsproject" te verwezenlijken : een zandbak met speelheuvel voor de kinderen.
Voor wat de schoolbevolking betreft, dienen we te vermelden dat de 3 kleuterklassen zonder moeilijkheden in stand kunnen worden gehouden.
De Lagereschoolbevolking echter loopt sinds enkele jaren terug. Oorzaken hiervan zijn :
- dalend geboortecijfer
- uitwijking van veel jonge gezinnen naar de randgemeenten
- concurrentiële elementen : veel scholen van allerlei aard op het grondgebied van de parochie
- busdiensten van scholen uit de omgeving.
Na een eeuw Katholiek Onderwijs ter plaatse, in een school waar een eigen sfeer heerst van begrip en vertrouwen,
waar iedereen iedereen kent en waar men zich " thuis " voelt, waar men echte waarden tracht door te geven aan de kinderen,
durven we de stille wens uitdrukken :
" Vaart wel nog menig jaar ! "
Zuster Andrea De Coninck
---Historiek gescheven naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van klooster en school in 1980 ---